Historiepenningen 17de eeuw

1689_front

1689: Willem III en Maria II ingehuldigd als koning en koningin van Engeland

1 jan, 1689 | Penningen

In de jaren tachtig van de zeventiende eeuw leek het voor protestantse vorsten dat Europa afstevende op een religieuze oorlog. Het katholicisme leek zijn militante onverdraagzaamheid uit de tijden van de Tachtigjarige Oorlog te hervinden. Niet alleen was de binnenlandse politiek van Frankrijk gericht op het terugdringen en liefst vernietigen van het protestantisme, vanaf 1585 dreigde het met het protestantse Engeland dezelfde kant op te gaan. Toen namelijk was in Londen Jacobus II zijn oudere broer Karel II opgevolgd en deze nieuwe koning was een fervent katholiek. Jacobus, de vader van Mary en dus de schoonvader van Willem III, begon dadelijk met het katholiseren van het landsbestuur en het leger – voor de grote meerderheid van de Engelsen een gruwel.

Tot die tijd had prins Willem naar het eiland van zijn ooms gekeken als een potentiële bondgenoot tegen de grote boeman Lodewijk XIV. Dat hij met al zijn toenaderingspogingen telkens bot ving stelde hem bitter teleur, maar nog altijd hoefde hij niet bang te zijn dat het protestantse Engeland een bondgenoot van Frankrijk zou worden. Door de actieve katholisering van Jacobus werd hij dat wel. Willem begon met het aanknopen van geheime contacten in Engeland, en met de opbouw van een factie van edellieden tegen de koning. Alles kwam in een stroomversnelling toen de vrouw van Jacobus eind 1687 zwanger bleek te zijn. Jacobus had in de twintig jaar van zijn huwelijk geen troonopvolger weten te produceren en het uitzicht op de geboorte van een katholieke troonopvolger had twee voor Willem hoogst verontrustende consequenties. Ten eerste ondermijnde die de rechten van Mary, en dus Willem, op de Engelse troon. Zij waren immers na Jacobus voor de troonopvolging aan de beurt. Ten tweede opende zich het pikzwarte vooruitzicht dat Engeland met een katholieke troonopvolger definitief voor het protestantse kamp verloren zou gaan en onderdeel werd van het toch al grote katholieke kamp.

Beide redenen leidden tot wat Willem eind 1688 ondernam: de grootste navale invasie in het tijdperk van de houten schepen. Met vijfhonderd vaartuigen en twintigduizend man stak hij in de stormmaand november de Noordzee over, zeilde dankzij de krachtige rugwind bijna Zuid-Engeland voorbij, landde in Torbay en had aan het einde van het jaar in een vrijwel geweldsloze opmars zijn schoonvader verdreven, die achter zijn vrouw en baby aan naar Frankrijk was gevlucht. Vanwege de geweldloosheid en de grote oppepper die de invasie had voor het moreel van de protestanten werd het avontuur al vlak erna door een Engelsman de Glorious Revolution genoemd, ‘de glorieuze omwenteling’.

De verovering van Engeland was een slim georkestreerde onderneming geweest, waarin Willem steevast beweerde de Engelsen en hun parlement tegen hun dictatoriale koning in bescherming te willen nemen. Het was dankzij het bruskeren van het parlement dat Jacobus zijn katholisering zover had kunnen doordrukken. Ook had Willem in tal van geschriften benadrukt dat hij naar Engeland was gekomen om de dierbare protestantse kerk tegen de grijpgrage vingers van het katholicisme te komen beschermen. Beide motieven zijn duidelijk herkenbaar op de in Nederland geslagen herdenkingspenning van het moment dat het Engelse parlement Willem en zijn vrouw Mary verzocht het Engelse koningsschap te willen aanvaarden op 2 maart 1689. Er blijkt ook uit hoezeer de Nederlandse en de Engelse veiligheid uit elkaar samenvloeiden.

Op de ene zijde zien we de maagd Nederland, uitgerust met het attribuut van de speer en de vrijheidshoed, die met haar linker elleboog leunt op een kloeke bijbel, die weer op een zuiltje staat met daarop de zeven pijlen van de Staten-Generaal van de Nederlandse Republiek en de gekroonde roos van Engeland. HANC TUEMUR, HAC NITIMUR, aldus het randschrift, Deze beschermen wij, op deze steunen wij.

De andere kant van de penning laat het wapenschild van de prins van Oranje zien, omringt met het lint van de Orde van de Ridders van de Kousenband, en zijn zinnesepreuk: HONI SOIT QUI MALY PENSE, Wee degene die er kwaad van denkt. Met het randschrift vat nog eens het hele programma van Willems veldtocht in Engeland samen: BRITTANnae LIBERtas, JUSTITIia, LEGesque, VINDicatae, De vrijheid, gerechtigheid, en wetten van Britannië gehandhaafd 1689.