Historiepenningen 17de eeuw

1678_front

1678: Vrede van Nijmegen

1 jan, 1678 | Penningen

Opvallend eigenlijk, de frequentie waarmee vrouwengestalten in allegorieën, en dus ook vaak op penningen, hun opwachting maken. Op de rechterzijde van deze penning maar liefst drie dames, alle drie belichaming van dierbare waarden. Daarom kunnen we er wel zeker van zijn dat de vrouwen in kwestie maagden zijn, voor iedereen in de vroeg-moderne tijd het summum van zuiverheid. De maagden was namelijk de enig mogelijke kandidaat om waarden te belichamen waarbij het belang even groot was als hun kwetsbaarheid.

Concreet: middenin troont de maagd Vrijheid, in de hand de speer met daarop de vrijheidshoed. Toen in 1678 de Vrede van Nijmegen in 1678 tussen Frankrijk en de Nederlandse Republiek werd getekend werd dan ook gevierd dat de Nederlanders hun aloude, duurgekochte vrijheid weer terughadden. De strijd om de vrijheid was in 1672 met het Rampjaar begonnen en had dus zes jaar geduurd. Dat de maagd Vrijheid het er na zo’n harde strijd zonder kleerscheuren afbracht was inderdaad wel een herdenkingspenning waard. Ze heeft haar arm om de schouders van maagd Voorzichtigheid, herkenbaar aan haar attributen de spiegel (zelfkennis) en de slang (gevaar). Aan de andere kant wordt Vrijheid gezelschap gehouden door maagd Vrede, al even kwetsbaar; maar als haar hoorn des overvloeds eenmaal vloeit voedt ze weer de vrijheid. Tegelijkertijd ondersteunt Voorzichtigheid ook Vrede. Een elkaar toeleverend drietal dus, deze vrouwen.

De randtekst zegt ook zoveel: LIBERTAS PACIS SOBOLES, PRUDENTIA ALUMNA, De vrijheid is de dochter van de vrede, die wordt gevoed door de voorzichtigheid.

Op de andere zijde ligt op de horizon de stad Nijmegen, waar de vredesonderhandelingen zich hadden voortgesleept. Badend in het hemellicht hangen boven skyline de door bloemslingers met elkaar verbonden wapenschilden van Frankrijk (de drie Franse lelies) en de Nederlandse Republiek (de leeuw met de tros van zeven pijlen in zijn klauw). De tekstregel verwijst niet naar de Nederlandse Republiek, die in 1672 werd overrompeld door de Franse aanval over de Rijn, maar naar de Vrede:  OCCIDIT AD RHENUUM, NASCITUR AD VAHALIM, Ging onder aan de Rijn, en verrijst aan de Waal 1678.

Waarom maar twee wapenschilden in de lucht, en niet ook die van de Nederlandse bondgenoten? Willem III had dat het liefst gewild. Hij had zijn grote coalitie, de Haagse Alliantie, alleen maar bij elkaar kunnen krijgen door aan zijn bondgenoten te beloven dat Nederland na zijn bevrijding van de Fransen net zo lang aan hun zijde zou doorvechten totdat Spanje, de keizer en de andere bondgenoten tevreden waren gesteld. Maar Willem III had buiten de Hollandse steden, met name Amsterdam, gerekend. Amsterdam betaalde van alle steden het meeste aan de oorlog en vond dat vooral de keizer de strijd rekte om zoveel mogelijk van de Nederlanders te kunnen profiteren. Daarom maakten de steden onder leiding van Amsterdam, en zonder dat de prins het wist, een deal met de onderhandelaars in Nijmegen. Hierdoor werd het veel sneller vrede dan Willem III had gewenst.

Zoals we nog zullen zien waren de prins en de stad Amsterdam nog niet klaar met elkaar. Vrijheid, vrede en voorzichtigheid konden elkaar ook dwars zitten.