Historiepenningen 17de eeuw

1655_front

1655: inhuldiging stadhuis Amsterdam

1 jan, 1655 | Penningen

Het leek wel alsof er een atmosfeer van haast hing onder het grootste bouwproject dat die eeuw in Amsterdam plaatsvond. Toen de magistraat er zijn eerste vergadering hield in mei 1655 was het nieuwe stadhuis nog volkomen dak- en kaploos. Maar een paar maanden later kon het stadspaleis feestelijk worden ingewijd met muziek en een optocht van praalwagens en verklede burgers. En natuurlijk met de uitgifte van fraaie penningen.
Links verrijst de statige façade op het Damplein, boven de timpaan verheft zich de koopmansgod Mercurius, in de ene hand zijn slangenstaf en in de andere de vrijheidshoed – en als om het verband tussen handel en vrijheid nog eens te onderstrepen op de hoedrand de tekst OMNIBUS IDEM, Voor iedereen dezelfde.

Op de voorgrond tokkelt Amfion op zijn lier – in de antieke mythe had deze halfgod met zijn muziekspel de stenen spontaan uit het slijk doen opstijgen om zich eendrachtig tot de ommuring van de stad Thebe te hergroeperen. Op een dichtbij gelegen steen zijn de burgemeestersnamen zichtbaar onder wier bewind het stadspaleis werd gebouwd: Joan Huydekoper, Cornelis de Graaf, Johan van de Poll en Hendrik Dirkszoon Spiegel, alsmede de namen van de beide schatmeesters Niklaes Tulp en Kornelis van Dronkelaar. Het randschrift is een directe verwijzing naar het klassieke koopmansideaal van de ‘wijze koopman’, die met kennis, kunde en durf zijn ondernemingen uitvoert: FUIT HAEC SAPIENTIA QUONDAM, Dit was de wijsheid van ouds.

Op de andere zijde troont de Amsterdamse maagd, met de keizerskroon op het hoofd, in een Hollandse tuin, geflankeerd door twee Nederlandse leeuwen die de wapenschilden omhoog houden van de genoemde heren. In plaats van een randschrift in het latijn heeft de maker van de penning de wapenschilden van alle zesendertig raden van de stad afgebeeld, een nauwkeurig overzicht van de elite van dat  moment. Opvallend genoeg zitten er twee Bikkers tussen, leden van de familie die door Willem II vijf jaar eerder van het regeringspluche was verjaagd, en nog enkele regenten die met de Bikkers verwant waren. Het enige Latijn vinden we op een banderol die voor de Amsterdamse maagd over de schutting is gedrapeerd: SALUTEM ET CIVES SERVARE POTENS, machtig om de welstand en de burgers te beschermen.