Historiepenningen 17de eeuw

1622_front

1622: begrafenis van Aartshertog Albert van Oostenrijk

1 jan, 1622 | Penningen

Toen Albert van Oostenrijk ten grave werd gedragen, werd dat met de nodige pompe gedaan. Een lange processie schreed door Brussel, boven de kist werd een baldakijn gehouden dat werd gedragen door belangrijke personages. Deze gouden penning werd geslagen voor degenen die de kist of het zonnescherm droegen om de plechtige gebeurtenis van 1622 te herdenken.

Albert had samen met zijn vrouw, zijn nicht Isabella Clara Eugenia, de macht in de zuidelijke Nederlanden gekregen nadat Filips II die in 1698 op zijn sterfbed aan hen had overgedragen. Onder hen was de oorlog tegen de Nederlanders in een padstelling terechtgekomen, het begin van de lange fase van uitputting die meer dan de helft van de Tachtigjarige Oorlog zou omvatten. Vanwege het ontbreken van vooruitgang aan het Nederlandse front, en de noodzaak van Spanje om oorlogen elders te voeren, had Filips III er in 1609 mee ingestemd de krijgshandelingen tijdelijk op te schorten: het Twaalfjarig Bestand. Albert was dus gestorven op het moment dat het Nederlandse front net uit de startblokken was gekomen.

Op de ene kant van de penning is de kist van de overledene zichtbaar, met de dragers van het baldakijn, attribuut van vorstelijke waardigheid, met de tekst eronder in vertaling: 1622 op 12 maart. Op de andere kant komt een hand uit de wolken die een zwaard vasthoudt dat is omkringeld met olijftakken, symbool van vrede. Op een wimpel de tekst: ‘Pulchrum carelscere utroque’, het is heerlijk in beide uit te blinken. Deze tekst sloeg niet slechts op het Twaalfjarig Bestand, maar was ook Alberts lijfspreuk geweest. Het randschrift leest: ‘Augusto funero Alberti, pii Belgarum principis, umbraculum tulit senates Bruxellensis’, De magistraat van Brussel heft het zonnescherm gedragen  over het doorluchtige  lijk van Albert, Godvruchtig vorst der Nederlanden.