Historiepenningen 17de eeuw

1579 Front

1575/1579: Willem de Zwijger en Charlotte van Bourbon

1 jan, 1579 | Penningen

In het leven van prinsen was politiek het allesoverheersende motief. Hoofd en hart vormden een aaneensluitende ruimte waarin zich een doorlopende schaakpartij afspeelde. Het huwelijk van Willem van Oranje met zijn tweede vrouw was daar een voorbeeld van. Willem had Anna van Saksen in 1561 getrouwd uit berekening:  Anna was enig erfgenaam van het machtige en rijke Saksen en dit huwelijk betekende een aanzienlijke vermeerdering van Willems eer en middelen.

Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, onder andere Maurits, maar goed kon hun relatie niet worden genoemd. Anne bedroog hem, begon tekenen van krankzinnigheid te vertonen en werd voor hem een bron van schaamte en vernedering. Maar prinsen konden niet zomaar scheiden. Toch hakte hij na jarenlange juridische schermutselingen de knoop door. Wat was er gebeurd? Willem was verliefd geworden. Toen hij midden jaren ’70 rondreisde in de protestantse gebieden van Duitsland en Heidelberg aandeed, had hij Charlotte van Bourboun ontmoet – niet rijk, maar wel mooi en bijzonder intelligent. Willem veegde alle stukken van het schaakbord, dreef de scheiding met Anna van Saksen door terwijl hij wist dat dit schandaal zou veroorzaken, en stuurde zijn vriend Marnix van Sint-Aldegonde naar Charlotte om hem in zijn naam haar hand te vragen. In 1575 trouwden ze in Den Briel; een huwelijk uit liefde, niet uit politiek.
Deze penning komt uit 1579, vier jaar na het huwelijk, kan zijn uitgedeeld tijdens een van de bezoeken van Willem aan de Hollandse steden. Om sympathie te wekken en een vorstelijke grandeur tentoon te spreiden was het uitdelen van kostbaarheden heel gebruikelijk. Als titelschrift leest de rechterzijde: ‘Guilelmus Dei Gratia Princeps Auraicae’: Willem door Gods genade prins van Oranje en graaf van Nassau. Op de andere kant van de penning staat Charlotte en profile: ‘Charlotte de Bourbon, princesse d’Orenge anno 1577’: Charlotte van Bourbon, prinses van Oranje in het jaar 1577.
De penning verwijst naar een van de gelukkigste perioden uit het leven van Willem van Oranje. In 1577 leek hij er met de Pacificatie van Gent in te zijn geslaagd de tegenstellingen tussen rabiate calvinisten en katholieken te hebben overbrugd en van de losse verzameling van zeventien Nederlandse gewesten een eenheid te hebben geschapen. Binnen die eenheid mochten de partijen het nog over veel oneens zijn, maar ze hadden elkaar in ieder geval gevonden in hun gemeenschappelijke afkeer van Spaanse dwingelandij, de chaos van muitende troepen en hun vertrouwen in hem als leidende figuur naast de Landvoogd.
Twee jaar later, tijdens Willems tocht samen met Charlotte langs de Nederlandse steden, was de toestand drastisch veranderd. Begin dat jaar hadden de drie meest zuidelijke gewesten zich afgesplitst en de Unie van Atrecht gevormd. Deze provincies keerden terug in de heerschappij van de koning van Spanje en waren definitief voor de opstand verloren. Kort daarop was de Unie van Utrecht gevormd, dat op het moment van ondertekening een veel groter gebied besloeg dan die van Atrecht. Bij de Unie hoorden Antwerpen en grote stukken van Vlaanderen en Brabant, en natuurlijk het leeuwendeel van de provincies van de noordelijke Nederlanden. Maar het zou niet lang duren voordat Alexander Farnese, hertog van Parma, het grondgebied van de Unie van Utrecht zou bijsnijden en jaarlijks gevoelig zou verkleinen.

In 1579 was dat voor Willem en zijn geliefde nog niet te voorzien. In Noordhollandse stadjes als Hoorn en Enkhuizen werd hij door de uitgelopen bevolking verwelkomd met kreten als: ‘Vader Willem is gekomen!’ Daarna toog hij met Charlotte naar Utrecht. Tijdens zijn driedaagse verblijf daar wandelde hij met de magistraat te voet door de volgepakte straten, ongetwijfeld hier en daar een penning in een uitgestoken hand drukkend.