Historiepenningen 17de eeuw

1667_front

1667: Tocht naar Chatham en de Vrede van Breda – MALA BESTIA penning

1 jan, 1667 | Penningen

Het komt niet vaak voor dat militaire plannen een perfecte uitvoering krijgen. Teveel factoren zijn ongewis; de wind kan draaien, het weer kan omslaan, cruciale informatie lijkt te ontbreken. Het kenmerkende van de Tocht naar  Chatham was niet alleen dat de uitvoering van het plan de perfectie naderde, maar ook dat het doel – het bereiken van vrede met de Engelsen – werd bereikt.

De Tweede Engelse Zeeslag was vastgelopen in een remise. Na de Vierdaagse Zeeslag lag de Engelse marine in de touwen, maar ook de Nederlanders waren zwaar gehavend. Toch peinsde de Engelse koning er niet over om vredesbesprekingen te beginnen. Engeland moest en zou als overwinnaar uit de strijd komen. En dat terwijl Londen werd geplaagd door een zware pestepidemie en in datzelfde jaar ook nog eens half platbrandde. Koning Karel werd bovendien geplaagd door een lege schatkist, waardoor hij zijn matrozen niet kon betalen. Hij besloot daarom om in 1667 de oorlog eenzijdig op de pauzetoets te zetten. Als hij geen oorlog voerde, dacht hij, dan kan Nederland niet anders dan ook geen oorlog voeren.

Johan de Witt dacht daar anders over. Hij bedacht het plan om de rivier de Medway, een zijrivier van de Thames, op te varen waar de Engelse slagschepen in deze oorlogspauze achter een ketting voor anker lagen. Als de Engelse vloot nu kon worden uitgeschakeld, kon dat gebeuren met een minimum aan slachtoffers en was Karel van zijn maritieme wapen beroofd, waardoor hij wel vrede moest sluiten. De tocht naar Chatham was beslist niet bedoeld om Engeland te verwoesten noch te vernederen, maar slechts als, zoals De Witt het noemde, ‘een groot compulsoir van de vrede’ – een dwangmiddel om de oorlog te beëindigen.

De aanval op de Medway werd een ongekend succes: acht kapitale oorlogsschepen werden onder de neus van de Engelse koning in brand gestoken en zijn vlaggenschip, de Royal Charles, werd aan een kabel meegevoerd naar Hellevoetsluis. Oorlogvoeren kon Karel voorlopig niet meer, dus het enige dat erop zat was vrede sluiten, de Vrede van Breda. De causaliteit van tussen Chatham en Breda komt prachtig tot uiting in deze penning.

Links zien we de Engelse vloot branden op de Medway; de Nederlandse maagd heeft in de ene hand een scepter met een alziend oog, in de andere een speer met daaraan vast de bundel van zeven pijlen. Haar overwinnaarsvoet rust op de personificatie van Nijd, oorzaak van alle oorlog, die wordt geflankeerd door het lam en de leeuw, symbolen van vredelievendheid en strijdbaarheid. MITIS ET FORTIS, zacht en kloekmoedig. Dit verwijst naar De Witts politieke oogmerk met de tocht naar Chatham. Op de voorgrond de woorden PROCUL HINC MALA BESTIA REGINIS,  Weg ver van hier gij beest zo verderfelijk voor regeringen 22 juni 1667.

De andere zijde van de penning toont het contrast. Hier zijn de schepen intact, volgeladen op weg naar hun haven, de vruchten van de vrede. Niet voor niets dat de dame in het midden van het beeld, aan weerszijden geflankeerd door de blazoenen van Engeland en Nederland, de voet op een zwaard heeft gezet. IRATO BELLUM, PLACATO NUMINE PAX EST, De godheid vergramd zijnde is het oorlog, doch verzoend zijnde is het vrede. Dat de Nederlandse tijdgenoten meenden hier met een historische vrede vandoen te hebben blijkt wel uit het feit dat de ondergrond van de belichaming van de vrede het jaartal bergt: REDIT CONCORDIA MATER BREDAE 11 JULI 1667, De moeder der eendracht is teruggekeerd te Breda op 11 juli 1667.