Historiepenningen 17de eeuw

1650_front

1650: Dood Willem II en val van zijn nagedachtenis

1 mrt, 1650 | Penningen

Zolang Willem II in leven was, was hij onder de regenten impopulair maar gevreesd. Zijn staatsgreep van 1650 was slechts half gelukt, maar als bevelhebber van het Staatse leger had hij het geweldsmonopolie in handen en vertoonden de Hollandse regenten een opmerkelijke gedweeheid. Wat de prins in handen had was macht op de groei. Maar toen greep het lot in, Willem II kreeg de pokken en stierf op 6 november 1650. Deze penning laat goed zien welke mentaliteit vrijkwam toen de dreiging van de stadhouder was verdwenen. Over de doden niets dan goeds? Amsterdam dacht daar anders over.

Op de linkerzijde van deze beroemde penning een losgeslagen paard, op de achtergrond de stad Amsterdam vanaf de Amstel, met de blokhuizen die na de aanslag van Willem werden aangelegd duidelijk zichtbaar. Het woeste paard is zonder berijder, zonder zadel of teugels, slechts met een dekkleed. De overleden prins ten voeten uit. Maar als we goed kijken dan zien we een menigte soldaten onder het dekkleed verscholen, de personen die met de overledene heulden.

Het randschrift werkt dit nog wat verder uit met de spreuk van Vergilius: CRIMINE AB UNO DISCE ONMEIS, uit dit schelmstuk maakt allen rekening op die op hem hoopten.

De andere zijde van de penning gaat ook over paarden en teugelloosheid. Het verwijst naar het verhaal uit de Griekse mythologie, waarin de zoon van de zonnegod Helios, Phaëton, er stiekem op de wagen van zijn vader vandoor gaat. Op deze wagen legt Helios dagelijks in alle rust de vaste route van de zon langs het firmament af, maar Phaëton kreeg de paarden niet onder controle en kreeg door een ontstemde oppergod Zeus een bliksemschicht naar zich toegeworpen, waardoor hij naar aarde stortte. Terwijl de lijkstoet van prins Willem plechtig langs de hofvijver van het Binnenhof schrijdt op weg naar de familietombe in Delft, stort de Phaëton van Oranje door het wolkendek neerwaarts. MAGNIS EXCIDIT AUSIS, hij is uit zijn roekeloze onderneming neergestort, 6 november 1650.